Gepubliceerd op 17-10-24

Hoe je vertrouwen wint bij jongeren met radicale ideeën: tips van expert Tobias Baruch

Het omgaan met jongeren die radicale ideeën hebben kan een grote uitdaging zijn. Tobias Baruch, gezinsmanager en expert op het gebied van radicalisering, deelt zijn praktijkervaringen in een interview met Zorg + Welzijn en geeft waardevolle tips om een vertrouwensband op te bouwen met deze jongeren. Lees hieronder  het interview met Tobias.

 

Tobias Baruch, expert radicalisering bij de Jeugdbescherming Regio Amsterdam, ziet veel angst bij hulpverleners wanneer het over radicaliserende jongeren gaat. Hij deelt zijn ervaringen. ‘Het woord radicalisering roept van alles op.’

Van extreemrechtse jongeren, naar Syrië afreizende moslima’s tot ‘soevereine’ gezinnen die de Nederlandse staat niet erkennen. Gezinsmanager Baruch kent de vele gezichten van radicalisering en is nauw betrokken de ontwikkeling van de nieuwe richtlijn Radicalisering.

Waar komt die fascinatie vandaan?

‘Ik zit sinds 2017 bij de Jeugdbescherming maar ik ben begonnen als straathoekwerker. De jongerenwerkers waren destijds bang om contact te maken met een groep ongrijpbare jongens, die de nazigroet deden. Ik ben in gesprek gegaan. De jongens waren tegen alles, tegen homo’s, tegen buitenlanders, Joden. ‘Nou, dan hebben we een probleem. Ik ben Joods.’  Er werd wat gemompeld. Maar ik was cool, ik was eigenlijk de enige die met hen sprak. Dat was een heel belangrijk inzicht. Het gaat er blijkbaar niet om wie ik ben, het gaat om de juiste benadering.’  Dat was eigenlijk het begin van mijn specialisatie.’

Die angst voor jongeren met radicale ideeën is er vandaag de dag nog steeds?

‘Er is heel veel angst. Het woord radicalisering roept van alles op. Maar het is belangrijk om onderscheid te maken tussen radicale ideeën én gevaarlijke radicalisering. Radicale ideeën bij jongeren zijn normaal en heel gezond, dat hoort bij hun identiteitsontwikkeling. Het wordt een ander verhaal wanneer deze ideeën zich ontwikkelen naar geweld tegen de politie, tegen andersdenkenden of dat je spullen kapot gaat maken, dan ga je een stap te ver.

Ik heb in het verleden een meisje begeleid.  Ze ging met vriendinnen naar een bepaalde moskee, daar hoorde ze verhalen die voor haar vriendinnen veel te ver ging. Zij haakten af. Dit meisje niet, ze begon vaker te spijbelen. De school legde contact met de wijkagent, hij zag het hele plaatje en vertrouwde het niet en heeft een melding gemaakt, zo kwam ze via een kinderbeschermingsmaatregel bij ons terecht.

De eerste keer wilde ze niet met mij in gesprek, de tweede keer ook niet. De derde keer reageerde ze op een whatsappje. Wat heb je vandaag gedaan, wat heb je op YouTube gezien? Langzaam begon ze steeds meer te vertellen. Na een paar weken vertelde ze: ‘Ik weet iets over een aanslag en misschien ben ik er wel bijgetrokken.’

Toen ben ik meteen gaan overleggen binnen ons team, hoe moeten we dit inschatten? Dan wordt er geschakeld met andere veiligheidsexperts. Het bleek een schreeuw om aandacht en ik heb haar gekoppeld aan gespecialiseerde hulpverleners, daar stond ze ook voor open. Het gaat altijd om vertrouwen winnen.’

Deze agent handelde dus heel alert. Hoe weet je als hulpverlener wanneer je in actie moet komen?

‘Luister naar je onderbuikgevoel, ‘niet-pluissignalen’ wordt dat genoemd in de nieuwe richtlijn. En dat is zó belangrijk. Wanneer een jongere ‘Allah Akbar (God is Groot) zegt, is daar helemaal niets mis mee. Dat doen moslims over de hele wereld. Het wordt een ander verhaal wanneer er is sprake is van een plotselinge verandering, wanneer iemand zich steeds meer identificeert met een bepaalde groep en zo’n uitspraak ineens heel vaak doet.

Onvrede, armoede, uitsluiting, eenzaamheid. Het zijn heel vaak dezelfde mechanismen waarom jongeren de criminaliteit ingaan, waarom ze suïcidale gedachten krijgen, waarom ze radicaliseren. Het grote verschil bij radicalisering is dat de impact op de samenleving veel groter is. Ik vind daarom dat hulpverleners ook niet naïef moeten zijn, zet je eigen veiligheid voorop. Laat collega’s weten waar je bent, ga samen naar een afspraak toe. En je hoeft geen expert te zijn, maar lees je wel een beetje in.’

Hoe ga je met deze jongeren in gesprek?

Onbevooroordeeld, wees nieuwsgierig. Vraag het ook direct: Moet ik me zorgen maken? Goh, jij zegt dat je vaak op deze sites kijkt, maar wat zie je daar dan? Laat ze maar vertellen en luister goed. Ik zet ook graag humor in. Ik weet dat hulpverleners vaak bang zijn en dan leg ik uit: als jij binnenstapt, blazen ze zich echt niet op. Jij bent niet de doelgroep.  Maak je zelf niet belangrijker dan nodig.

Gelukkig willen deze jongeren vaak wel graag hun verhaal kwijt. Twintig jaar geleden, we hadden net twee politieke moorden gehad en er was veel onrust over radicalisering – ben ik wel eens bij een familie geweest met een grote nazivlag in de huiskamer. Dat raakt me als persoon ontzettend, maar als professional vraag ik: ik zie die vlag hangen, wat betekent dat voor u?

Het is heel belangrijk om het met deze jongeren niet alleen over die boosheid te hebben, maar juist ook over andere positieve zaken in hun omgeving. Wat vind je eigenlijk leuk om te doen? Sport, andere vrienden uit het netwerk, andere talenten. Dit soort beschermende factoren kunnen echt een ommekeer betekenen. Radicalisering kan snel gaan, maar deradicaliseren ook.’

Tips van Tobias Baruch in de omgang met radicaliserende jongeren

  • Let altijd op je eigen veiligheid; laat collega’s weten waar je bent, ga samen op gesprek
  • Luister naar je onderbuikgevoel.
  • Oordeel niet maar luister goed en vraag door naar de ideeën van de jongeren.
  • Versterk positieve factoren in de omgeving van de jongere.
  • Overleg bij twijfel met collega’s, met externe experts zoals bijvoorbeeld het Landelijk Steunpunt Extremisme, School en Veiligheid

 

Bron: Zorg+Welzijn