Gepubliceerd op 08-09-20

Sterre deed onderzoek: hoe wordt de jeugdbeschermer beschermd?

Sterre Hoogendijk las het pamflet ‘Handen af van onze jeugdbeschermers’ en hoorde daarna onze collega Arjen bij Pauw vertellen over zijn ervaringen met geweld in zijn werk. Sterre vroeg zich af: wie beschermt de jeugdbeschermers? en besloot hier onderzoek naar te doen. Maak kennis met Sterre en lees  wat de belangrijkste resultaten van het onderzoek waren.

Vertel wie ben je?

Ik ben Sterre Hoogendijk, masterstudente Publiek Management aan Universiteit Utrecht.

Wat was de aanleiding van het onderzoek?

Ik las het ‘Handen af van onze jeugdbeschermers’ dat de gecertificeerde instellingen in het najaar 2019 naar de Tweede Kamer hebben gestuurd. Daarna kwam ik verschillende nieuwsartikelen en de uitzending van Pauw waarin gezinsmanager Arjan zijn ervaringen deelt tegen. Dit prikkelde mij om onderzoek te doen naar agressie tegen jeugdbeschermers.

Hoe heb je het aangepakt?

Om de preventieve maatregelen in kaart te brengen heb ik verschillende documenten bekeken, bijvoorbeeld het incidentenbeleid van Jeugdbescherming. Daarbij heb ik drie verkennende interviews gehouden met leden van de werkgroep ‘Veilig Publieke Taak’. Om de ervaringen van de preventieve maatregelen te onderzoeken heb ik 14 gezinsmanagers en 2 teammanagers geïnterviewd.

En wat zijn de opvallendste resultaten?

In mijn onderzoek heb ik per maatregel gekeken hoe deze wordt ervaren door gezinsmanagers. De preventieve maatregelen worden zowel wisselend ervaren als wisselend toegepast door gezinsmanagers. Bij Jeugdbescherming geldt formeel een zero tolerance beleid wat betekent dat agressie niet wordt getolereerd. In de praktijk is gebleken dat deze zero tolerance benadering niet door alle gezinsmanagers wordt toegepast. Sommige gezinsmanagers accepteren vanwege begrip, de samenwerking met het gezin en eerdere werkervaringen op sommige momenten agressie. Dus in plaats van een zero tolerance benadering is er in de praktijk meer sprake van een variable tolerance benadering, waarbij de gezinsmanager de grens verschillend toepast. Gezinsmanagers die wel de zero tolerance benadering hanteren vinden dat dit duidelijkheid creëert voor het gezin en zijn hierin gesterkt door hun ervaring als gezinsmanager. Bij het toepassen van maatregelen is het duidelijk zichtbaar dat gezinsmanagers rekening houden met de cliënt. Omwille van de samenwerking met het gezin kiezen gezinsmanagers ervoor om bepaalde maatregelen niet in te zetten. Daarbij zijn er ook verschillen tussen teams in de toepassing van maatregelen. Zo is het in het ene team gebruikelijk om standaard bij een eerste huisbezoek samen te gaan, terwijl in een ander team dit alleen wordt gedaan als er aanwijzingen zijn op agressie.

Wat heeft de gezinsmanager aan het onderzoek?

Agressie is helaas iets wat voorkomt in het werk van een gezinsmanager. Zoals een respondent tijdens een interview zei: ‘Het is gewoon een vast onderdeel van ons werk. Het is niet de vraag of je het mee gaat maken, maar het is de vraag wanneer je het mee gaat mee gaat maken en in welke hoedanigheid.’ In dit onderzoek stond de beleving van de gezinsmanager over de preventieve maatregelen centraal. In de factsheet die ik gemaakt heb, staan verschillende aanknopingspunten om de maatregelen te verbeteren, bijvoorbeeld door het persoonlijke contact met de wijkagenten te intensiveren.

Waar kunnen we je onderzoek/resultaten terugvinden?

Voor een factsheet of de hele scriptie kun je een mailtje sturen naar Sterre: onderzoek@jeugdbescherming.nl

Wat ga je nu doen? Vakantie of de collegebanken weer in?

Ik neem gelukkig nog geen afscheid van Jeugdbescherming want vanaf september ga ik tijdelijk voor team Kennis aan de slag voor twee andere onderzoeken.