Gepubliceerd op 24-08-15

Ondertussen in Europa

De afgelopen weken hebben we te horen gekregen dat we met Jeugdbescherming Regio Amsterdam zijn genomineerd voor een van de European Public Sector Awards 2015. Daarnaast ontvingen we meerdere bezoeken van verschillende Europese delegaties bij ons op kantoor, en kwam onlangs het verzoek vanuit het ministerie van Buitenlandse Zaken om het verhaal van Jeugdbescherming Regio Amsterdam te presenteren op de 8th European Quality Conference (8QC) in Luxemburg..

We zijn actiever dan ooit in Europa. Omgekeerd weten allerlei organisaties uit het buitenland ons steeds vaker te vinden. Al die aandacht is natuurlijk mooi, maar waar zit precies de meerwaarde voor onze organisatie? En, belangrijker nog, hoe verhouden deze activiteiten zich tot de belofte die we onszelf hebben gedaan om met alles wat we doen trouw te blijven aan onze missie: ieder kind veilig? Marc Dinkgreve, onze kennisambassadeur, nam ons in een gesprek van een uur mee in zijn gedachten over het ‘hoe’ en vooral ‘waarom’ van onze Europese mini-tour. Hieronder een verslag met de highlights uit het gesprek.

Een Europese award?
De inspanningen die ertoe leidden dat we genomineerd zijn voor een EPSA-award begonnen eigenlijk al toen we genomineerd werden voor de beste overheidsorganisatie van het jaar. Alle genomineerden voor deze prijs zouden afgevaardigd worden als good practices voor de Europese prijs. In de maanden die volgden hebben we met een flink team hard gewerkt om ons verhaal op een zorgvuldige manier te vertalen naar het Engels.
Het thema van dit jaar is: ‘The Public Sector as Partner for a Better Society’. De eerste mijlpaal hebben we inmiddels bereikt. Samen met 63 andere organisaties behaalden we het certificaat ‘best practice’. Dat certificaat is toegekend door een vakjury die moest kiezen uit 266 inzendingen uit 36 verschillende landen. Onder de inzendingen bevonden zich de vier genomineerden voor de overheidsorganisatie van het jaar van Nederland uit 2014. Een mooie prestatie.

De jury sprak zich op de website lovend uit over de genomineerden, en was zeer duidelijk over de reden voor nominatie [red.]:

“These 64 brilliant public achievements have found new methods to tackle different problems in relation to a range of important societal challenges, to social care, health, youth unemployment, migration, regional development and business development by using different partnership and cooperation models with convincing results and impact for a better society.”

Naast het behalen van het certificaat, heeft de jury ons laten weten dat we met een onbekend aantal andere organisaties zijn geselecteerd als kanshebbers voor de ‘public sector award’ in de categorie ‘supra local and local’. De uitslag vindt plaats op 17 en 18 november in Maastricht. Een mooie volgende stap in het creëren van draagvlak en bekendheid van onze aanpak en de manier waarop we met zijn allen aan de transformatie van onze organisatie hebben gewerkt.

De jury neemt de totstandkoming van haar oordeel voor deze award uiterst serieus, en probeert waar mogelijk feiten over de praktijk te verzamelen. In dat kader brengt zij een bezoek op locatie aan alle genomineerden voor de verschillende awards.
Op 1 september ontvangen we het Deense jurylid Susanne Møller Nielsen bij ons op de Overschiestraat. Ze is een ervaren ‘capacity builder’ bij verschillende grote Europese publieke organisaties, die kritisch zal kijken of het verhaal van de Jeugdbescherming, dat we de afgelopen weken zorgvuldig hebben omgezet in een uitgebreide Engelstalige case-omschrijving, daadwerkelijk overeenkomt met de praktijk. Een belangrijk moment voor ons om onze deuren weer te openen voor de kritische (internationale) blik van buiten. We kijken ernaar uit.

Geen schoonheidswedstrijd, maar leren buiten je directe omgeving
Maar er gebeurt meer. Op 1 oktober aanstaande vertrekken Sigrid van de Poel en Marc Dinkgreve naar Luxemburg voor deelname aan de ‘8th Quality Conference’ (8QC) van de Europese Unie. Een conferentie die geheel gericht is op het bevorderen van de uitwisseling van praktijk en kennis tussen Europese publieke organisaties en instellingen.

In dit geval is geen sprake van een schoonheidswedstrijd, maar een intensieve conferentie waarin we met Europese partnerorganisaties op een open en kritische manier gaan kijken naar de werkwijzen van de organisaties die we vertegenwoordigen. We hebben onze werkwijzen en resultaten zorgvuldig omgezet in een ‘teaching case’, waarin we laten zien welke keuzes wij op alle niveaus maken om als sociale onderneming slimmer om te kunnen gaan met de veranderingen in de jeugdzorg, en de sleutelrol die onze missie: ‘Ieder kind blijvend veilig’ daarin speelt.

Er zal tijdens de conferentie volop aandacht zijn voor de serieuze uitdagingen en hobbels die we nog moeten nemen als organisatie en als sector. De scherpe blik van Europese partners van buiten ‘het systeem’ waarin we zelf werken, zouden daar wel eens belangrijke nieuwe inzichten voor kunnen opleveren. Na afloop van de bijeenkomst kunnen we dan ook een mooi verslag verwachten van de lessen die we mee terugnemen uit Luxemburg.

Ieder kind blijvend veilig: organiseer die kritische blik van buiten
De twee grote conferenties zijn onderdeel van de strategie om op een open en toegankelijke manier te delen hoe wij werken aan onze missie, en wat het betekent om daar met de hele organisatie keuzes in te maken. Daar zijn we naar aanleiding van de verkiezing van ‘Beste Overheidsorganisatie van het Jaar’ met extra veel aandacht mee aan de slag gegaan.

Prijzen zoals de certificaten, nominaties en de bijbehorende erkenning zijn daarin niet ons hoofddoel, maar hebben wel bewezen dat ze op een belangrijke manier bijdragen aan het uitvoeren van onze missie. Niet in de minste plaats geven ze blijk van waardering voor al onze mensen die keihard werken om steeds meer kinderen (en gezinnen) veilig op te laten groeien, met steeds minder dwangmaatregelen. Een conclusie die we hieruit trekken, is dat deelname aan conferenties en de nominaties helpen om te laten zien wat we in de dagelijkse praktijk dan precies doen, hoe we dat doen en met wie. En veel belangrijker nog, het helpt ons om steeds scherp te blijven denken over de vraag waarom we dat doen.

Als we willen delen waar we goed in zijn, maar ook ter discussie durven stellen wat we nog moeilijk vinden, dan hebben we met de interesse en kritische blik vanuit Europa een belangrijke troef in handen. Het ondersteunt ons op een praktische manier in ons streven om als jeugdzorgorganisatie met focus aan onze missie te blijven werken, en daarin continu alert te zijn op de dialoog die we moeten voeren met allerlei organisaties binnen en buiten het ‘systeem’. Het zijn organisaties van buitenaf die ons een verfrissende spiegel kunnen voorhouden die we nodig hebben om zelf ons werk goed te doen.