De drie fases van onze methodiek
Onze werkwijze ISC/FFP omvat drie fases. Iedere fase heeft specifieke doelen.
Onze werkwijze ISC/FFP omvat drie fases. Iedere fase heeft specifieke doelen.
Het doel van de fase van verbinden en motiveren is om via verbinding en met respect voor de eigenheid van het gezin tot motivatie voor verandering te komen. Hiervoor gaat de gezinsmanager intensief in gesprek met het hele gezin(systeem). Zo krijgt de medewerker stap voor stap zicht op de verhoudingen tussen de gezinsleden en hun netwerk: Hoe zitten hun relaties in elkaar, welke krachten en risico’s zijn er en hoe kunnen de gezinsleden de veiligheid van de kinderen wel of niet waarborgen? Op basis van deze informatie en door het inzetten van de eerder genoemde methoden (veiligheidsdenken, analyse van gezinspatronen en onderliggende oorzaken, de inzet van een SPV’er en de verschillende instrumenten) wordt een analyse gemaakt, in hoeverre het gezin zelfstandig, of met behulp van het netwerk, de veiligheid kan garanderen. Belangrijk daarbij is dat het gezin gemotiveerd is en blijft om gezamenlijk (met hun eigen netwerk en professionele hulpverleners) de noodzakelijke veranderingen te bereiken in hun gedrag en daarmee in de veiligheid van het kind.
Om het gezin beter te begrijpen is het belangrijk om stil te staan bij de relationele functies van het gezin. Door nauwkeurig kennis te nemen van wat mensen zeggen en doen in hun onderlinge relatie, wordt duidelijk wie er meer invloed uitoefent of wie een stapje hoger staat in de onderlinge relatie en wie meer reactief is of een stapje lager staat (hiërarchie). Zo wordt ook opgemerkt welk gedrag het gezin of personen daarbinnen dichter bij elkaar brengt of ze juist uit elkaar drijft. Door te focussen op de relationele functies en hierbij rekening te houden tijdens het matchen, verdiepen de gesprekken, nemen vertrouwen en inzicht toe en ontstaat de noodzakelijke motivatie om te veranderen.
Deze fase eindigt als het plan van het gezin en het eigen netwerk om de blijvende veiligheid van de kinderen te realiseren, is opgesteld. Daarin is het resultaat opgenomen dat vanuit de analyse van de gezinspatronen en onderliggende oorzaken van de onveiligheid met de eerder genoemde methoden en instrumenten is bepaald.z
Bij vrijwel alle gezinnen die door Jeugdbescherming worden begeleid, is inzet van hulp van buitenaf nodig. Vaak is er een combinatie van schuldhulp, traumabehandeling voor kinderen en/of opvoeders, GGZ hulp voor de opvoeder(s) en systeemtherapie. Dit staat beschreven in het plan dat het gezin met behulp van de gezinsmanager heeft opgesteld: het gezinsplan. In deze fase worden dezelfde technieken gebruikt en wordt de motivatie om te veranderen verder versterkt. Tijdens deze fase is de begeleiding door de gezinsmanager minder intensief, hij voert vooral de regie op de actuele en blijvende veiligheid van de kinderen. De gezinsmanager gaat na of de afgesproken resultaten worden bereikt in het zes wekelijks uitvoerdersoverleg met het gezin en de hulpverleners. De voortgang maar ook de eventuele terugval of extra noodzakelijke inzet worden hier besproken.
Op een zeker moment heeft het gezin de noodzakelijke veranderingen bereikt of heeft de begeleiding door de gezinsmanager geen toegevoegde waarde meer. Op dat moment zal de gezinsmanager samen met het gezin en hun eigen netwerk een borgingsplan of terugval- preventieplan maken. Tijdens het opstellen van dit plan houdt de gezinsmanager nauwlettend in de gaten of het gezin in staat is het geleerde vol te houden. In veel gevallen zal het gezin (als onderdeel van het borgingsplan) worden overgedragen aan de oorspronkelijke verwijzer of als daar noodzaak toe is aan de hulpverleners die het gezin blijvend begeleiden.
Veranderingen worden ondersteund door het inzetten van het netwerk en eventueel door professionals.