Het PIT (Preventief Interventie Team), van de gemeente Amsterdam bestaat 12,5 jaar. Dit werd gevierd met een congres op 16 november 2023. Onze bestuurder Sigrid van de Poel was een van de sprekers. Lees hieronder haar verhaal:
Goedendag! Mijn naam is Sigrid van de Poel. Ik ben bestuurder bij Jeugdbescherming Regio Amsterdam en zo medeverantwoordelijk voor het functioneren van de beschermingsketen. In deze beschermingsketen, die wij dus helaas als keten hebben georganiseerd, gaat het al decennialang niet goed. Organisaties werken langs elkaar heen en besteden veel tijd aan het oplossen van een probleem dat de vorige organisatie niet opgelost kreeg of dat ze in deze haperende keten verder escaleerde. Daar zijn kwetsbare kinderen de dupe van: zij krijgen niet op tijd de passende hulp die ze nodig hebben.
In het Toekomstscenario Kind- en Gezinsbescherming beschreven we hoe het anders moet én kan. Ik heb hieraan meeschreven en kreeg daarom voor vandaag de vraag om jullie mee te nemen in dit Toekomstscenario. Dit Toekomstscenario zal de komende tijd een steeds grotere rol spelen in Amsterdam/Amstelland en dus ook voor het PIT consequenties hebben.
Ik kijk ernaar uit om vandaag samen te verkennen wat deze gevolgen kunnen zijn. Als we namelijk vanuit meerdere perspectieven het pad dat naar de toekomst leidt belichten, wordt dit pad zichtbaarder en dus beter begaanbaar.
Ik wil het Toekomstscenario Kind- en Gezinsbescherming in een notendop samenvatten. Dit Toekomstscenario redeneert vanuit gezinnen en huishoudens die te maken hebben met huiselijk geweld en kindermishandeling. Er wordt gekeken naar alle leden in het gezin of huishouden, van 0 tot 100, zowel naar het systeem van het gezin als naar de context van het gezin of huishouden. Om deze gezinnen en huishoudens heen staan de lokale teams, die in verschillende gemeenten andere namen hebben. Soms heten ze ‘wijkteam’, soms ‘buurtteam’ of ‘sociaal team’. In Amsterdam hebben we naast buurtteams ook ouder- en kindteams, met de gezamenlijke opdracht om dichtbij de burgers van Amsterdam te staan: de zogenaamde Amsterdammer.
Deze lokale teams werken nauw samen met partners in de sociale basis, zoals scholen en wijkverpleegkundigen, en ze hebben vanuit hun nabijheid een signalerende functie als er onveiligheid vermoed wordt of als het duidelijk is dat er geweld speelt in het gezin of huishouden. Ze kunnen uiteraard zelf hulpverlenen en het lokale netwerk inschakelen en ze blijven het vast aanspreekpunt voor kinderen en volwassenen in een onveilige thuissituatie. Bij structurele onveiligheid, die vaak het gevolg is van een complexe en soms intergenerationele problematiek, kunnen ze de Regionale Veiligheidsteams bijschakelen. In deze teams zijn de functionaliteiten en dus ook expertise van Veilig Thuis, de Raad voor de Kinderbescherming en Jeugdbescherming samengevoegd.
Vanuit het lokale team vormt de professional een duo met iemand van het Regionale Veiligheidsteam. Zij trekken samen op om het geweld te analyseren en zoeken naar duurzame oplossingen die bijdragen aan veiligheid. In deze duo-aanpak zijn er veel minder overdrachten van gezinnen met veiligheidsproblemen nodig. Geen van-het-kastje-naar-de muur meer, de essentiële vertrouwensband tussen de hulpverleners en het gezin en de kinderen kan binnen deze netwerksamenwerking groeien.
Preventie als risicogestuurde zorg
Deze manier van werken vraagt om een andere opvatting van preventie dan wij tot nu toe hanteren in de stad. Nog te vaak wordt preventie opgevoerd als abstract toverwoord in verkiezingsprogramma’s en wollige beleidstaal, vaak is het niet meer dan een ‘u vraagt, wij draaien’-houding. Er wordt ingegaan op de vraag van de Amsterdammer. Niet op de risico’s die zij lopen.
Over deze risico’s is vanuit wetenschappelijk onderzoek inmiddels veel bekend. Gerichte risicogestuurde zorg en ondersteuning kunnen veel leed voorkomen.
Het PIT begreep, mede door de nauwe verwevenheid met academisch onderzoek, al bij de start heel goed waar preventie in de kern om gaat: over voorkomen van het ontstaan van, óf voorkomen van problemen van, jongeren. Niet aarzelen en je, vanuit kennis over de risico’s en mogelijke gevolgen, zo snel mogelijk met deze kinderen en hun netwerk bemoeien.
Ik gebruik ‘bemoeien’ met opzet, precies omdat het een woord is dat een vervelende connotatie heeft en dat wrevel opwekt in de hoofden van velen. Maar net zoals ik vaak waarschuw voor het invullen van preventie als een vrijblijvende ‘u vraagt wij draaien’-houding, voor dweilen met de kraan open, soms zelfs zonder te weten waar de kraan zich precies bevindt, zo wil ik ook pleiten voor preventie als goed gefundeerde en slim ingezette ‘bemoeizorg’. Als we ons tijdig bemoeien met bepaalde kinderen, als we tijdig de voorbodes zien van grotere problemen, dan zórgen we voor deze kinderen. De collega’s van het PIT hebben dit inzicht al vanaf het begin geïntegreerd in hun werkwijze.
Als bestuurder van Jeugdbescherming Regio Amsterdam maak ik mij natuurlijk grote zorgen over personeelstekorten, die de jeugdzorg en onze collega’s in het onderwijs flink treffen. Het is, in deze tijden al helemaal, mede mijn opdracht om te kijken welke acties voor onze kinderen het meest opleveren. Het aannemen van mensen, beslissen voor wie de hulp die zij gaan leveren bedoeld is: dit zijn grote keuzes die we doordacht en gelegitimeerd moeten maken. Preventie als gerichte bemoeizorg, preventie als risicogestuurde zorg is ook dé manier om de kosten die we met z’n allen dragen, gericht in te zetten op waar de overheid, naast ouders mede voor verantwoordelijk is. De onderste laag van de piramide van Maslov gaat over eten, drinken en een dak boven je hoofd. Niet voor niets gaat de tweede laag, de laag die meteen daarna komt, over zekerheid en veiligheid. Investeren in veiligheid, betekent investeren in de basis, in bestaanszekerheid.
Als we investeren in preventie die werkt en kinderen en jongeren met risicofactoren dus op tijd aandacht en begeleiding krijgen, zorgen we dat hun gedrag niet escaleert. Zo krijgen deze kinderen zicht op een toekomst, waarin ze hun talenten en eigenheid kunnen ontplooien. Investeren in risicogestuurde zorg betekent investeren in een veilige én ontwikkelingsgerichte samenleving.
De verantwoordelijkheid die we dragen is te groot om over één nacht ijs gaan. Dan bedoel ik de verantwoordelijkheid voor de kwetsbare kinderen waar het om draait, voor de samenleving waarin onveiligheid en ontwikkelingsbedreigingen schade en trauma berokkenen, én de verantwoordelijkheid voor de inzet van het geld van de belastingbetaler. Ik zie in de uitgangspunten en aanpak van het PIT meerdere toekomstbestendige elementen. Een vergelijkbare visie op wat preventie en risicogestuurde zorg inhouden is één van die zaken die duidelijk maken hoe belangrijk het is dat we ook in de toekomst onze samenwerking goed vormgeven.
Herhaling uitgangspunten TS en vraag aan het publiek
In het Toekomstscenario wordt ervan uitgegaan dat professionals elkaar bijschakelen in plaats van de gezinnen over te dragen en te nemen, en de kwetsbare kinderen door een haperende keten te sturen, van het kastje naar de muur, of hun namen op uitzichtloos lange wachtlijsten te plaatsen. Het Toekomstscenario gaat ervan uit dat in de wijk gewerkt wordt, met het lokaal veld als eerste verantwoordelijke naar het gezin. Een duo-aanpak staat centraal, met vertrouwde gezichten. Er wordt niet enkel gefocust op hulp voor de kinderen, maar gekeken naar passende hulp voor het hele systeem om hen heen.
Dit toekomstscenario leunt verder sterk op een uitgangspunt dat ook steeds weer uit wetenschappelijk onderzoek blijkt: alleen sámen kunnen we geweld en criminaliteit stoppen. En samenwerken betekent in dit geval dat iedereen in de kern jeugdbeschermer is.
Een voortdurende evaluatie van de aanpak vormt onder de noemer ‘kwaliteit van uitvoering’ één van de drie pijlers waarop het PIT steunt. Ik durf dus aan te nemen dat de aanwezigen van vandaag niet terugschrikken als ik vraag om met het oog op de toekomst hier te bespreken hoe we de samenwerking met het PIT stevig kunnen verankeren in de toekomstige Kind- en Gezinsbescherming. Hoe geven we bijvoorbeeld het PIT een plek in de duo-aanpak met het lokale team? Hoe gaat het PIT zich verhouden tot het lokale veld en tot het Regionaal Veiligheidsteam, welke positie krijgt het PIT?
En ik zie ook mogelijkheden. Want ja, er spelen personeelstekorten in de zorg, maar als de professionals van waardevolle initiatieven als het PIT nog steviger samenwerken andere organisaties, dan zijn we samen met velen om een wezenlijke verandering mogelijk te maken en ons vooral te richten op de meest kwetsbare kinderen in onze samenleving.
Daarom nodig ik jullie uit om nu met elkaar te praten over de gevolgen van het Toekomstscenario. Hoe kunnen we elkaar versterken, wat vinden we inspirerend aan elkaars aanpak? Zien we beren op de weg? Ik ben heel benieuwd naar jullie visie.