Gepubliceerd op 19-11-15

Amsterdam investeert in onderzoek en kwaliteit van zorg voor de jeugd

Op 19 november 2015 werd een feestelijk startbijeenkomst van NEJA (Netwerk Effectief Jeugdstelsel Amsterdam) gehouden waarvan – naast talrijke andere organisaties – ook Jeugdbescherming Regio Amsterdam deel uitmaakt. Wethouder Jeugd, Simone Kukenheim, ondertekende donderdagmiddag namens de gemeente Amsterdam de intentieverklaring voor de uitvoering van het onderzoeksprogramma. Lees hier het verslag, de videoregistratie en bekijk de foto’s.

Header NEJA

Sinds 1 januari 2015 is de gemeente Amsterdam verantwoordelijk voor de jeugdhulp. Samen met instellingen voor jeugdhulp is een nieuw jeugdstelsel ingericht, waarbij ouders en kinderen met vragen over opgroeien en opvoeden laagdrempelig, dichtbij huis, snel, effectieve hulp kunnen krijgen. Om een echte omslag in denken en handelen tot stand te brengen is kennisuitwisseling, onderzoek naar wat werkt en onderwijsvernieuwing essentieel. Daarom investeert de gemeente Amsterdam in een vierjarig onderzoeksprogramma waarin partners vanuit praktijk, beleid, wetenschap en onderwijs samenwerken aan kwaliteit en effectiviteit van de zorg voor jeugd. Dat gebeurt onder de vlag van  (NEJA).

Onderzoeksprogramma
De decentralisatie van de zorg voor de jeugd, en ook de andere decentralisaties in het sociale domein brengen veel nieuwe kennisvragen met zich mee voor de stad. Daarom heeft de gemeente Amsterdam ervoor gekozen om (effect)onderzoek te verbinden aan het nieuwe jeugdstelsel in Amsterdam, in relatie tot het brede sociale domein.

Centrale vraag van het onderzoeksprogramma is: hoe effectief is het nieuwe stelsel van de zorg voor jeugd in Amsterdam? Is de basiszorg jeugd effectief, zijn de specialistische interventies effectief, hoe kan het professioneel handelen worden onderbouwd met wetenschappelijke kennis en ervaringskennis van de professionals zelf, hoe is te voorkomen dat problemen van generatie op generatie worden overgedragen en hoe creëren we een veilig pedagogisch klimaat in (pleeg)gezinnen en voorzieningen.
Het thema veiligheid komt bij alle onderdelen van het onderzoeksprogramma aan de orde. De uitkomsten moeten praktisch toepasbaar zijn en maatschappelijke relevant zijn, zodat vooral de opgroeiende jeugd en hun ouders er profijt van hebben. Ook worden de uitkomsten gebruikt voor onderwijsvernieuwing, zodat de opleidingen aansluiten bij de nieuwe praktijk.

Kernpartners NEJA
Het onderzoeksprogramma wordt uitgevoerd onder de vlag van het NEJA , in nauwe samenwerking met KeTJA (Kenniswerkplaats Transformatie Jeugd Amsterdam). De kernpartners van het NEJA zijn:

• de joint venture voor de Ouder- en Kindteams;
• de organisatie voor de Samen DOEN buurtteams;
• praktijkinstellingen voor gespecialiseerde jeugdhulp en jeugd-GGZ:
– Altra,
– Spirit,
– MOC ’t Kabouterhuis,
– De Bascule,
– HVO-Querido;
• de gecertificeerde instellingen:
– Jeugdbescherming Regio Amsterdam,
– William Schrikkergroep;
• GGD Amsterdam – cluster Jeugdgezondheidszorg;
• Hogeschool van Amsterdam: lectoraat Kwaliteit en Effectiviteit van de jeugdzorg);
• Hogeschool Inholland: lectoraat Leefwerelden van Jeugd;
• Universiteit van Amsterdam;
• Vrije Universiteit;
• de samenwerkende afdelingen Kinder- en Jeugdpsychiatrie van AMC-UvA en VUmc;
• het Verwey-Jonker Instituut;
• het Kohnstamm Instituut;
• het Nederlands Jeugdinstituut: de leerstoel ‘Monitoring en innovatie zorg voor jeugd’;
• het Jeugdplatform Amsterdam;
• Gemeente Amsterdam – cluster Sociaal/Afdeling Jeugd